Het Debian installatiesysteem gebruiken Hoe het installatiesysteem werkt Het Debian installatiesysteem bestaat uit een aantal modules die zijn ontwikkeld om een specifieke taak uit te voeren tijdens de installatie. Elke module voert zijn taak uit, waarbij vragen kunnen worden gesteld aan de gebruiker als dat voor die taak nodig is. Aan de vragen zelf is een prioriteit toegekend, en de prioriteit van de vragen die zullen worden gesteld wordt ingesteld bij het opstarten van het installatiesysteem. Als een standaard installatie wordt uitgevoerd, zullen alleen essentiële vragen (met prioriteit HIGH) worden gesteld. Het resultaat is een in hoge mate geautomatiseerd installatieproces met weinig interactie met de gebruiker. Modules worden vanzelf in de juiste volgorde uitgevoerd; welke modules worden uitgevoerd wordt hoofdzakelijk bepaald door de gekozen installatiemethode en door uw apparatuur. Het installatiesysteem zal standaard antwoorden gebruiken voor vragen die niet worden gesteld. Als er een probleem optreedt, wordt een scherm met een foutboodschap getoond en kan het menu van het installatiesysteem worden getoond zodat de gebruiker een alternatieve actie kan selecteren. Als er geen problemen zijn, zal de gebruiker het menu van het installatiesysteem nooit zien, maar eenvoudig de vragen voor iedere opeenvolgende module kunnen beantwoorden. Meldingen van kritische fouten hebben een prioriteit CRITICAL waardoor de gebruiker altijd geïnformeerd zal worden. Enkele van de standaard waarden die het installatiesysteem gebruikt, kunnen worden gestuurd door opstartparameters mee te geven bij het starten van &d-i;. Als u bijvoorbeeld statische netwerkconfiguratie wilt forceren (standaard wordt DHCP gebruikt indien dit beschikbaar is), kunt u de opstartparameter netcfg/disable_dhcp=true toevoegen. Zie voor een overzicht van beschikbare opties. Het is mogelijk dat gevorderde gebruikers zich meer thuis voelen met een menugestuurde interface, waarbij niet het installatiesysteem automatisch elke stap in volgorde uitvoert maar elke stap door de gebruiker zelf wordt bepaald. Om het installatiesysteem op een handmatige, menugestuurde manier uit te voeren, moet de opstartparameter priority=medium worden toegevoegd. Als het voor uw apparatuur noodzakelijk is om parameters mee te geven bij de installatie van kernelmodules, dan zal u het installatiesysteem moeten starten in de expert modus. Dit is mogelijk door voor het opstarten van het installatiesysteem ofwel het commando expert te gebruiken ofwel de opstartparameter priority=low toe te voegen. De expert modus geeft u volledige controle over &d-i;. Voor dit platform ondersteunt &d-i; twee verschillende gebruikersinterfaces: een tekstuele en een graphische. Tenzij u in het initiële opstartmenu kiest voor Graphical install zal de tekstuele interface worden gebruikt. Zie voor nadere informatie over de grafische versie van het installatiesysteem. Voor dit platform gebruikt het installatiesysteem een tekstuele gebruikersinterface. Een grafische gebruikersinterface is momenteel niet beschikbaar. Voor de tekstuele gebruikersinterface wordt gebruik van een muis niet ondersteund. De volgende toetsen kunnen worden gebruikt om te navigeren binnen de diverse configuratieschermen. Om vooruit of terug te gaan tussen getoonde knoppen of selecties, gebruikt ui de toetsen Tab of pijl rechts, respectievelijk de Shift Tab of pijl links. Met de pijlen omhoog en omlaag selecteert u de verschillende regels in een schuifbare lijst en verschuift u ook de lijst zelf. Daarnaast kunt u, bij lange lijsten, een letter intoetsen waardoor meteen het deel van de lijst zal worden getoond waarvan de regels met die letter beginnen. Ook kunt u met Pagina omhoog en Pagina omlaag de lijst per pagina verschuiven. Met de spatiebalk selecteert u opties, bijvoorbeeld bij een keuzevak. Gebruik &enterkey; om keuzes te activeren. S/390 ondersteunt geen virtuele consoles. U kunt echter een tweede en derde ssh sessie openen om de hieronder beschreven logboeken te bekijken. Foutmeldingen worden omgeleid naar de vierde console. U kunt toegang krijgen tot deze console door op linker AltF4 te drukken (houd de linker Alt toets vast terwijl u de F4 functietoets indrukt); u keert terug naar het hoofd installatiescherm met linker AltF1. Deze meldingen kunnen ook worden teruggevonden in /var/log/syslog. Na de installatie wordt dit logbestand gekopieerd naar /var/log/installer/syslog op uw nieuwe systeem. Andere installatiemeldingen kunnen tijdens de installatie worden gevonden in /var/log/ en, nadat de computer opnieuw is opgestart met het nieuwe systeem, in /var/log/installer/. Introductie van de modules Hieronder vindt u een lijst van de modules van het installatiesysteem met een korte beschrijving van het doel van elke module. Details over het gebruik van een specifieke module staan in . main-menu De module 'main-menu' (hoofdmenu) toont tijdens de installatie de lijst met modules aan de gebruiker en start een module wanneer deze geselecteerd wordt. De vragen van deze module hebben prioriteit MEDIUM; dit betekent dat u het menu niet zult zien als u de prioriteit voor de installatie heeft ingesteld op HIGH of CRITICAL (HIGH is de standaardwaarde). Indien er echter een fout optreedt waarvoor uw interventie nodig is, kan de prioriteit tijdelijk worden verlaagd om u in de gelegenheid te stellen het probleem op te lossen en in dat geval kan dus het menu alsnog verschijnen. U kunt het hoofdmenu van het installatiesysteem bereiken door herhaaldelijk de &BTN-GOBACK; knop te selecteren, waardoor u stapsgewijs teruggaat uit de op dat moment actieve module. localechooser Stelt de gebruiker in staat om de lokalisatie te bepalen voor zowel de installatie als het geïnstalleerde systeem: taal, locatie en locale. Tijdens de installatie zullen boodschappen in de gekozen taal worden getoond, tenzij de vertaling voor die taal niet compleet is. Als een vertaling niet compleet is, worden de boodschappen in het Engels getoond. kbd-chooser De module 'kbd-chooser' (toetsenbordkiezer) toont een lijst van toetsenborden waaruit de gebruiker het model kan kiezen dat overeenkomt met zijn toetsenbord. hw-detect Detecteert automatisch de meeste hardware in het systeem, inclusief netwerkkaarten, harde schijven en PCMCIA. cdrom-detect Zoekt naar en koppelt een Debian installatie-CD. netcfg Configureert de netwerkverbindingen van de computer zodat deze verbinding kan maken met het Internet. iso-scan Zoekt op harde schijven naar ISO-images (.iso bestanden). choose-mirror Deze module toont een overzicht van spiegelservers met het Debian Archief. De gebruiker kan hiermee de bron voor de installatie van Debian pakketten kiezen. cdrom-checker Controleert de integriteit van een CD. Op die manier kan een gebruiker zich ervan verzekeren dat de installatie-CD niet beschadigd is. lowmem De module 'lowmem' probeert te signaleren wanneer een systeem slechts over beperkt intern geheugen beschikt en doet vervolgens verschillende trucs om niet strict noodzakelijke onderdelen van &d-i; te verwijderen (ten koste van enige functionaliteit). anna Het acroniem 'anna' staat voor "Anna's Not Nearly APT". Deze module installeert pakketten die zijn opgehaald vanaf de gekozen mirror of CD. clock-setup Stelt de interne systeem clock in en bepaalt of de deze is ingesteld op UTC of niet. tzsetup Selecteert de tijdzone op basis van de eerder geselecteerde locatie. partman De module 'partman' (partitie-manager) stelt de gebruiker in staat om harde schijven die met het systeem verbonden zijn, in te delen, bestandssystemen te creëren op geselecteerde partities en deze aan te sluiten op koppelpunten. Daarnaast kent 'partman' interessante functies als het volledig geautomatiseerd indelen van een harde schijf en ondersteuning van LVM. Voor Debian geniet 'partman' de voorkeur als hulpmiddel voor het indelen van harde schijven. partitioner Maakt het mogelijk om harde schijven in te delen die zijn aangesloten op het systeem. Er wordt een schijfindelingsprogramma gekozen dat past bij het platform waartoe uw computer behoort. partconf Toont een overzicht van partities en creëert bestandssystemen op de geselecteerde partities volgens de instructies van de gebruiker. lvmcfg Helpt de gebruiker met het configureren van de LVM ('Logical Volume Manager'). mdcfg Stelt de gebruiker in staat om een Software RAID ('Redundant Array of Inexpensive Disks') te configureren. Een softwarematige RAID is veelal beter dan de goedkope (semi-hardwarematige) IDE-stuurapparaten voor RAID die op sommige nieuwere moederborden voorkomen. base-installer Installeert een basisset van pakketten die het mogelijk maken om de computer, nadat deze is herstart, onder Linux te laten functioneren. user-setup Stelt het wachtwoord voor het root account in en voegt een account voor een normale gebruiker toe. apt-setup Verzorgt de configuratie van apt. Dit gebeurt grotendeels automatisch op basis van de gebruikte installatiemethode. pkgsel Maakt gebruik van tasksel voor de selecte en installatie van aanvullende programmatuur. os-prober Zoekt naar reeds op de computer aanwezige besturingssystemen en geeft deze informatie door aan de module 'bootloader-installer'. Afhankelijk van de gebruikte opstartlader, kan deze de gevonden besturingssystemen vervolgens toevoegen aan het menu van de opstartlader. Op deze manier kan de gebruiker tijdens het opstarten van de computer op een eenvoudige manier kiezen welk besturingssysteem moet worden gestart. bootloader-installer Installeert een opstartlader (boot loader) programma op de harde schijf. Dit is noodzakelijk om de computer onder Linux te laten opstarten zonder een diskette of CD te gebruiken. Veel opstartladers kennen de mogelijkheid om de gebruiker — elke keer dat de computer wordt opgestart — te laten kiezen uit verschillende besturingssystemen. De installatieprogramma's voor de diverse opstartladers installeren alle een opstartlader op de harde schijf. Een opstartlader is noodzakelijk om de computer onder Linux te laten opstarten zonder een diskette of CD te gebruiken. Veel opstartladers kennen de mogelijkheid om de gebruiker — elke keer dat de computer wordt opgestart — te laten kiezen uit alternatieve besturingssystemen. shell Stelt de gebruiker in staat vanuit het menu of in de tweede console een shell te starten. save-logs Stelt de gebruiker in staat om, wanneer problemen worden tegengekomen, informatie op een diskette, via het netwerk, op harde schijf of op een ander medium te bewaren. Hiermee kan later een nauwkeurig verslag van problemen met het installatiesysteem worden gestuurd aan de Debian ontwikkelaars. &using-d-i-components.xml; &loading-firmware.xml;