Logisch volumebeheer (LVM) instellen Als u met computers werkt op het niveau van systeembeheerder of gevorderde gebruiker, heeft u vast de situatie meegemaakt waar op een partitie (meestal de meest belangrijke) onvoldoende ruimte beschikbaar was, terwijl een andere partitie grotendeels ongebruikt was. Als oplossing heeft u mogelijk bestanden moeten verplaatsen met symbolische verwijzingen vanaf de oude lokatie. Om deze situatie te voorkomen, kunt u gebruik maken van Logisch volumebeheer (Logical Volume Management — LVM). Met LVM kunt u uw partities (in de terminologie van LVM fysieke volumes) combineren tot een virtuele harde schijf (ofwel volumegroep); deze kan op zijn beurt worden opgedeeld in virtuele partities (logische volumes). Het nut hiervan is dat logische volumes (en natuurlijk ook de onderliggende volumegroepen) verschillende fysieke harde schijven kunnen omvatten. Als u bijvoorbeeld vervolgens ontdekt dat u meer ruimte nodig heeft op uw oude 160GB /home partitie, kunt u eenvoudig een extra 300GB harde schijf in de computer plaatsen, deze toevoegen in uw bestaande volumegroep en vervolgens het logische volume vergroten waarop uw /home bestandssysteem zich bevindt. En klaar is Kees: uw gebruikers kunnen beschikken over de extra ruimte op een vernieuwde partitie van 460GB. Dit voorbeeld is uiteraard enigszins gesimplificeerd. Wij raden u aan om, voor zover u dat nog niet heeft gedaan, de LVM HOWTO te raadplegen. Het instellen van LVM in &d-i; is relatief eenvoudig. Allereerst dient u de partities te markeren die u wilt gebruiken als fysieke volumes voor LVM. Hiervoor selecteert u in partman vanuit het menu Partitie-instellingen de optie Gebruiken als: Fysiek volume voor LVM . Vervolgens start u de module lvmcfg (dit is mogelijk zowel direct vanuit partman als vanuit het hoofdmenu van &d-i;) en voegt u vanuit de menukeuze Volumegroepen (VG) aanpassen de fysieke volumes samen tot één of meerdere volumegroepen. Vervolgens dient u nog vanuit de menukeuze Logische volumes (LV) aanpassen de logische volumes te creëren bovenop de volumegroepen. Voor Apple Power Macintosh systemen bestaat geen algemeen geaccepteerde standaard om partities te identificeren die LVM-gegevens bevatten. Op deze apparatuur zal bovenstaande procedure daardoor niet werken. Er is echter een werkbare oplossing voor deze beperking; deze vereist wel dat u bekend bent met de onderliggende LVM hulpprogramma's. Om logische volumes te installeren op Power Macintosh systemen, creëert u eerst op de gebruikelijke wijze alle fysieke partities voor uw logische volumes. Selecteer in het menu Partitie-instellingen de optie Use as: Deze partitie niet gebruiken voor deze partities (de optie om de partitie te gebruiken als fysiek volume zal niet worden getoond). Als u klaar bent met het creëren van alle partities, start u de logisch volumebeheerder. Omdat echter nog geen fysieke volumes zijn aangemaakt, dient u deze nu handmatig aan te maken in de shell die beschikbaar is op de tweede virtuele terminal (zie ). Gebruik in de shell vanaf de prompt het commando pvcreate om voor elk van de door u gekozen partities een fysiek volume te creëren. Gebruik vervolgens het commando vgcreate om de gewenste volumegroepen aan te maken. U kunt eventuele foutmeldingen over onjuiste 'metadata area header checksums' en 'fsync failures' veilig negeren. Als u klaar bent met het creëren van de volumegroepen, schakelt u terug naar de eerste virtuele terminal en kiest u in lvmcfg direct de menuopties voor logisch volumebeheer. Uw volumegroepen zullen worden getoond en u kunt op de gebruikelijke wijze de logische volumes aanmaken. Nadat u vanuit lvmcfg terugkeert in partman, zult u de aangemaakte logische volumes als ware het gewone partities terugvinden in het menu (en u kunt ze verder ook als zodanig behandelen).