Individuele modules gebruiken In deze sectie beschrijven we elke module van het installatiesysteem in detail. De modules zijn gegroepeerd in stadia die herkenbaar zouden moeten zijn voor gebruikers. Ze worden gepresenteerd in de volgorde waarin ze tijdens de installatie verschijnen. Merk op dat mogelijk niet alle modules voor elke installatie worden gebruikt; welke modules daadwerkelijk worden gebruikt is afhankelijk van de door u gekozen installatiemethode en van uw apparatuur. Instelling van het installatiesysteem en hardware configuratie Laten we er vanuit gaan dat uw systeem met het Debian installatiesysteem is opgestart en dat u het eerste scherm voor u heeft. Op dat moment is de functionaliteit van &d-i; nog vrij beperkt. Het weet nog niet veel over uw apparatuur, welke taal u prefereert en zelfs de taken die het moet uitvoeren. Maak u geen zorgen. &d-i; is slim genoeg om uw apparatuur te scannen, de nog ontbrekende modules te localiseren en zichzelf op te waarderen tot een volwaardig installatiesysteem. U zult echter &d-i; nog altijd moeten helpen met enige informatie die het niet automatisch kan bepalen (zoals de selectie van de taal en toetsenbordindeling die u verkiest of van de gewenste spiegelserver). U zult merken dat &d-i; verschillende keren tijdens dit stadium een hardwareherkenning uitvoert. De eerste keer is dit specifiek gericht op de apparatuur (bijvoorbeeld uw CD-speler of netwerkkaart) die nodig is voor het laden van de benodigde modules van het installatiesysteem. Omdat bij deze eerste keer mogelijk nog niet alle stuurprogramma's beschikbaar zijn, moet de hardwareherkenning later in het proces worden herhaald. &module-lowmem.xml; &module-localechooser.xml; &module-kbd-chooser.xml; &module-s390-netdevice.xml; &module-ddetect.xml; &module-cdrom-detect.xml; &module-iso-scan.xml; &module-anna.xml; &module-netcfg.xml; &module-choose-mirror.xml; Schijfindeling en selectie van aanhechtpunten Op dit punt, nadat voor de laatste keer hardwareherkenning heeft plaatsgevonden, heeft &d-i; zijn volledige sterkte bereikt: aangepast aan de behoeften van de gebruiker en klaar voor het echte werk. Zoals de titel van deze sectie aangeeft, is de voornaamste taak van de volgende modules het indelen van uw harde schijven, het creëren van bestandssystemen en het toekennen van aanhechtpunten. Optioneel kunnen nauw gerelateerde zaken als LVM of RAID worden geconfigureerd. &module-s390-dasd.xml; &module-partman.xml; &module-autopartkit.xml; &module-partitioner.xml; &module-partconf.xml; &module-lvmcfg.xml; &module-mdcfg.xml; Algemene instellingen van het systeem Na de schijfindeling stelt het installatiesysteem nog enkele vragen die gebruikt zullen worden voor enkele algemene instellingen van het systeem dat op het punt staat geïnstalleerd te worden. &module-tzsetup.xml; &module-clock-setup.xml; &module-user-setup.xml; Installatie van het Basissysteem Hoewel dit stadium het minst problematisch is, beslaat het wel een significant deel van de tijd van de installatie omdat hier het volledige basissysteem wordt opgehaald, geverifieerd en uitgepakt. Als u een langzame computer of netwerkverbinding heeft, kan dit enige tijd in beslag nemen. &module-base-installer.xml; Installing Additional Software Nadat het basissysteem is geïnstalleerd, beschikt u over een bruikbaar systeem, maar met beperkte functionaliteit. De meeste gebruikers zullen aanvullende programmatuur op het systeem willen installeren om het aan te passen aan hun behoeften. Het installatiesysteem maakt dit mogelijk. Deze stap kan, zeker indien u een langzame computer of netwerkverbinding heeft, nog meer tijd in beslag nemen dan de installatie van het basissysteem &module-apt-setup.xml; &module-pkgsel.xml; Zorgen dat uw systeem kan worden opgestart Als u een werkstation zonder schijfeenheden installeert, is opstarten vanaf een locale schijfeenheid uiteraard geen optie en zal deze stap worden overgeslagen. Desgewenst kunt u OpenBoot instellen om standaard vanaf het netwerk op te starten; zie . Het werken met verschillende besturingssystemen op één machine is nog altijd een lastig onderwerp. In dit document wordt geen poging gedaan om zelfs maar de verschillende opstartladers, die per platform en zelfs subplatform verschillen, te documenteren. Voor aanvullende informatie dient u de documentatie van uw opstartlader te raadplegen. &module-os-prober.xml; &module-alpha-aboot-installer.xml; &module-hppa-palo-installer.xml; &module-i386-grub-installer.xml; &module-i386-lilo-installer.xml; &module-ia64-elilo-installer.xml; &module-mips-arcboot-installer.xml; &module-mipsel-colo-installer.xml; &module-mipsel-delo-installer.xml; &module-powerpc-yaboot-installer.xml; &module-powerpc-quik-installer.xml; &module-s390-zipl-installer.xml; &module-sparc-silo-installer.xml; &module-nobootloader.xml; De installatie afronden Dit zijn de laatste acties die moeten worden uitgevoerd voordat de computer kan worden opgestart met uw nieuwe systeem. Het bestaat voornamelijk uit het afwerken van losse eindjes van &d-i;. &module-finish-install.xml; Diverse modules De modules in deze sectie zijn normaalgesproken niet betrokken in het installatieproces, maar zijn beschikbaar op de achtergrond voor gebruik als er iets mis gaat. &module-save-logs.xml; &module-cdrom-checker.xml; &module-shell.xml; &module-network-console.xml;