APT configureren Het belangrijkste middel dat mensen gebruiken om pakketten op hun systeem te installeren is een programma genaamd apt-get, uit het pakket apt. Merk op dat het programma dat de feitelijke installatie van pakketten uitvoert, dpkg is. Dit pakket is echter meer een soort specialistisch gereedschap en wordt waar nodig door apt-get aangeroepen. apt-get bevat echter ook hogere functionaliteit: het is in staat om andere pakketten te installeren die vereist zijn voor het pakket dat u probeert te installeren en ook om pakketten op te halen vanaf CD, het netwerk en andere bronnen. Ook andere hulpprogramma's voor pakketbeheer, zoals aptitude, synaptic en het oudere dselect maken gebruik en zijn afhankelijk van apt-get. Nieuwe gebruikers wordt aangeraden gebruik te maken van deze hulpprogramma's omdat zij aanvullende functionaliteit (het zoeken van pakketten en status controles) integreren in een vriendelijke gebruikersinterface. APT moet worden geconfigureerd zodat het weet waar pakketten vandaan kunnen worden gehaald. De toepassing die daarbij assisteert heet apt-setup. De volgende stap in het configuratieproces is dat u APT moet vertellen waar andere Debian-pakketten gevonden kunnen worden. Merk op dat u op elk moment na de installatie de te gebruiken bronnen voor pakketten kunt wijzigen door apt-setup te starten of door handmatig het bestand /etc/apt/sources.list te wijzigen. Als op dit moment een officiële Debian CD aanwezig is in het station, dan behoort deze CD automatisch (zonder dat u daarom wordt gevraagd) te worden geconfigureerd als bron voor APT. U kunt dit nagaan doordat u zal merken dat de CD wordt gescand. Gebruikers zonder een officiële CD zal een reeks van mogelijkheden voor het ophalen van Debian pakketten worden geboden: FTP, HTTP, CD-ROM of vanaf een lokaal bestandssysteem. U dient te weten dat het zeer wel mogelijk is om een aantal verschillende bronnen voor APT te hebben, zelfs voor hetzelfde Debian archief. apt-get zal automatisch het pakket met de hoogste versie selecteren vanuit de beschikbare versies. Een ander voorbeeld is dat apt-get, als u zowel een HTTP-bron als een CD-bron heeft gedefinieerd, automatisch de CD-bron zal kiezen en alleen zal terugvallen op de HTTP-bron als daar een nieuwere versie beschikbaar is. Het is echter geen goed idee om onnodig bronnen voor APT toe te voegen omdat dit het proces van controle op nieuwe versies in netwerkarchieven zal vertragen. Netwerkbronnen voor pakketten configureren Als u van plan bent om de rest van uw systeem te installeren vanaf het netwerk, is de http-bron de meestgebruikte optie. De ftp-bron is ook een mogelijkheid, maar is over het algemeen iets trager bij het tot stand brengen van een verbinding. De volgende stap bij de configuratie van netwerkbronnen voor pakketten is dat u apt-setup moet vertellen in welk land u woont. Hiermee wordt geconfigureerd welke van de officiële Debian spiegelservers op het Internet wordt gebruikt. Afhankelijk van het land dat u selecteert, wordt een lijst met mogelijke spiegelservers getoond. Over het algemeen is het prima om de bovenste van de lijst te kiezen, maar alle opties behoren te werken. Merk wel op dat de lijst met spiegelservers die het installatiesysteem biedt, gegenereerd is op het moment dat deze release van Debian werd vrijgegeven en dat sommige spiegelservers mogelijk niet meer beschikbaar zijn. Nadat u een spiegelserver heeft geselecteerd, zal u worden gevraagd of gebruik moet worden gemaakt van een proxy-server. Een proxy-server is een server die al uw HTTP- en FTP-verzoeken zal doorsturen naar het Internet en wordt het meest gebruikt in bedrijfsnetwerken om de toegang tot het Internet te reguleren en optimaliseren. In sommige netwerken heeft alleen de proxy-server direct toegang tot het Internet en in dat geval moet u dus wel de naam van de proxy-server opgeven. Mogelijk moet u ook een gebruikersnaam en een wachtwoord opgeven. De meeste gebruikers van een computer thuis zullen geen proxy-server te hoeven opgeven, hoewel ISP's soms proxy-servers beschikbaar stellen voor gebruik door hun klanten. Nadat u een spiegelserver heeft geselecteerd, zal uw nieuwe netwerkbron worden getest. Als alles goed gaat, zal u worden gevraagd of u eventueel nog een extra bron voor pakketten wilt toevoegen. Als u problemen ondervindt met de geselecteerde bron, probeer dan een andere spiegelserver te selecteren (ofwel uit de keuzelijst voor uw land ofwel uit de algemene lijst), of probeer een andere netwerkbron.